Meer dan de helft van verhuurbemiddelaars gaat in op discriminerende verzoeken — en waarom dat een gevaarlijke trend is
De Nederlandse huurmarkt staat onder druk. Uit recent onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de verhuurbemiddelaars ingaat op discriminerende verzoeken van verhuurders. Een verontrustende ontwikkeling, want het belemmert eerlijke kansen én tast de betrouwbaarheid van de sector aan.
Toch is dit geen nieuws voor wie in de praktijk werkt. Ook ik heb deze situaties vaker meegemaakt — en één daarvan wil ik graag delen, zonder nationaliteiten of specifieke groepen te noemen, uit respect voor privacy.
Wanneer een “perfecte kandidaat” bijna geen kans kreeg
Een aantal jaar geleden had ik een woning in de verhuur bij het makelaarskantoor waar ik werkte. Tijdens de bezichtigingen kwam er een stel langs; één van hen wilde de woning heel graag huren. Hij had een goed inkomen als zelfstandig ondernemer, met een eigen bedrijf. Bovendien was hij gevelvoeger — een beroep dat je in de praktijk nauwelijks kunt vinden, laat staan iemand die uberhaupt binnen 2 jaar nog ruimte in zijn planning heeft.
Tijdens het gesprek vertelde hij dat het zoeken naar een woning hem buitengewoon veel moeite kostte. Niet vanwege inkomen of gedrag, maar vanwege zijn achtergrond. En dat greep me eerlijk gezegd aan. Hij was vriendelijk, gemotiveerd, stabiel qua werk én zou perfect passen bij de woning.
Toen ik zijn dossier aan de eigenaar voorlegde, kreeg ik als eerste reactie dat de afkomst “lastig” lag. Bovendien was hij zzp’er — en dat gaf volgens de eigenaar weinig vertrouwen. De gedachte was dat een zelfstandige zomaar zonder werk kan komen te zitten en met zijn achtergrond moeilijker aan een nieuwe baan zou komen.
Maar dat strookte totaal niet met wat ik dagelijks in de praktijk zie.
Waarom “geen vertrouwen” vaak gebaseerd is op aannames
Als vastgoedbeheerder heb ik vaak genoeg meegemaakt hoe moeilijk het is om gevelvoegers te vinden. Wanneer je een bedrijf gevonden hebt, is de wachttijd soms wel twee jaar. Werk is er dus gegarandeerd — vaak meer dan ze aankunnen.
En dat vertelde ik de eigenaar ook. Sterker nog: de kans dat ík, als werknemer in loondienst, binnen een paar maanden zonder werk zou zitten, was vele malen groter dan dat deze zelfstandige zijn opdrachten kwijt zou raken.
Ik zei het eerlijk: “Het spijt me dat ik er zo fel over ben, maar deze kandidaat is precies het type huurder waar u naar zoekt. Betrouwbaar, gemotiveerd, verantwoordelijk, en ontzettend blij als hij eindelijk woonruimte vindt.”
En dat raakte iets. De eigenaar dacht erover na — en gaf uiteindelijk tóch akkoord.
Het goede nieuws aan de huurder brengen was één van de mooiste momenten in dat hele traject.
“Ik wil niet verhuren aan…”: hoe wij daarmee omgaan
Soms komt discriminatie al vooraf, nog vóór een pand online staat. Dan zegt een eigenaar iets in de trant van:
“Ik wil niet verhuren aan een bepaalde groep.”
Zonder redenen die wél relevant zijn (zoals inkomen, stabiliteit, betrouwbaarheid).
Alleen aannames.
En laat ik daar heel duidelijk over zijn:
dat is discriminatie — en daar werken wij niet aan mee.
We leggen altijd uit dat we werken op basis van objectieve criteria. Als een eigenaar per se mensen wil uitsluiten op basis van afkomst, religie, uiterlijk, nationaliteit of stereotypen, dan is dat simpel:
Dan passen wij niet bij elkaar.
Dan moeten ze naar iemand anders gaan.
En eerlijk? Ik ben ontzettend blij en trots dat ik voor een kantoor heb gewerkt waar we onze waarden altijd overeind hebben gehouden. Niet iedereen in de branche doet dat — soms uit gemak, soms uit commerciële druk — maar voor mij is het onlosmakelijk onderdeel van professioneel en menselijk verantwoord vastgoedbeheer.
Waarom het zo belangrijk is dat wij, als sector, pal staan
Discriminatie op de woningmarkt schaadt niet alleen de mensen die het treft.
Het schaadt:
de betrouwbaarheid van de sector
de reputatie van panden en beheerders
de veiligheid en transparantie van de huurmarkt
het vertrouwen van huurders en verhuurders
en uiteindelijk: de kwaliteit van de hele vastgoedsector
Iedereen verdient een eerlijke kans — zolang iemand kan betalen en betrouwbaar is, moet afkomst nooit de doorslag geven.
Wat verhuurders hiervan moeten onthouden
Je loopt risico’s door discriminerende selectiecriteria te gebruiken.
Het is wettelijk verplicht om objectieve, transparante criteria te gebruiken.
Makelaars en beheerders mogen niet meewerken aan uitsluiting.
Een open selectieproces vergroot de kwaliteit van je huurders én je reputatie.
En ja: het levert uiteindelijk betere matches op.
De “perfecte huurder” herken je niet aan afkomst — maar aan gedrag, stabiliteit, motivatie en respect.
Tot slot: de markt kan beter. En wij kunnen dat samen doen.
Het feit dat meer dan de helft van de bemiddelaars ingaat op discriminerende verzoeken, laat zien dat er nog veel te winnen is.
Maar het kán anders, en het móet anders.
Mijn ervaring bewijst dat een eerlijke blik, een goed gesprek én het vasthouden aan professionele waarden heel veel kunnen veranderen — soms zelfs een leven.

